Het FOMU heeft sinds 2007 ca. 24.500 objecten, zoals negatieven, fotoafdrukken en diapositieven, van Tas in de collectie. Bovenop het verpakken en digitaliseren van de negatieven, heeft een vrijwilliger al 75% van de beelden beschreven. Deze beelden zijn binnenkort toegankelijk en doorzoekbaar via de FOMU-catalogus. Door hun zuurvrije verpakking worden de originele negatieven goed beschermd tegen omgevingsfactoren zoals stofdeeltjes en licht.

Tas is een van de boegbeelden van de Belgische naoorlogse fotografie. Hij verdiende zijn brood als beroepsfotograaf en experimenteerde in zijn vrije tijd met artistieke fotografie. Daarnaast doceerde hij aan het Henri Van de Velde Instituut, publiceerde reisverhalen in de magazines Avenue en Libelle-Rosita en oefende een belangrijke invloed uit als fotograaf en foto-criticus voor de krant De Standaard.

In de jaren 1950 had Tas goede contacten met (inter)nationaal bekende abstracte kunstenaars. Vanaf het ontstaan van de Antwerpse kunstenaarsgroep G58 behoorde hij tot de vaste kern. Tas documenteerde alle tentoonstellingen, kunstenaars en vernissages van de groep in het Hessenhuis. Hij kwam er in contact met collega-fotografen Frank Philippi en de Suzy Embo. Binnen die context maakte hij abstracte fotogrammen die aansluiten bij de geometrische schilderkunst van zijn tijd. Bij een klassiek fotogram wordt een voorwerp belicht onder de vergroter in de donkere kamer. Tas gebruikte voor zijn fotogrammen naast voorwerpen ook sjablonen. Tijdens de belichting bewoog hij die voortdurend, zodat er ritmische vormen ontstonden in het beeld.

Vanaf de jaren 1950 maakte Tas zijn meest gekende werk: foto’s van sculpturen in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim. In sfeervolle beelden speelde hij met de abstracte en figuratieve vormen van de beeldhouwwerken.

In 1962 nam Filip Tas afscheid van het abstracte experiment en richtte zijn aandacht op het leven rondom hem. Vanaf dan maakte hij reportages met een persoonlijke inslag. Ook zijn reisfoto’s vormen een belangrijk onderdeel van zijn werk. Vanaf 1969 bezocht hij Latijns-Amerika, Azië en de Sovjet-Unie. Tijdens deze tochten ontpopte Tas zich tot een fotoreporter en fotografeerde hij, zowel in zwart-wit als in kleur, de mensen en hun omgeving.

Vanaf het begin van zijn carrière maakte Filip Tas intensief foto’s van het dagelijkse leven in zijn thuisstad Antwerpen. Deze foto’s bundelde hij in 1965 in Antwerpen. Stad aan de Stroom. Daarnaast werkte hij mee aan enkele andere fotoboeken, zoals Vlaanderen tussen Gisteren en Morgen (1965) en De Leie van de bron tot de Schelde (1967). Deze publicaties kan je inkijken in de bibliotheek van het FOMU.