Fotografen en hun nalatenschap: hoe bewaren?
Met de hoeveelheid werk en verhalen die Belgische fotografen nalaten, wordt de vraag steeds urgenter: hoe kunnen zij hun archieven bewaren en veiligstellen? In het verleden ontving FOMU tal van fotoarchieven. Door gebrek aan ruimte en mankracht, en omdat FOMU een andere kernfunctie heeft als museum, is het onmogelijk om nog archieven aan te nemen. FOMU stelt zich daarom de vraag: hoe kunnen fotografen zelf hun werk duurzaam beheren, en welke andere instellingen kunnen hierbij een rol spelen?
Hier is geen kant-en-klaar antwoord op, want het ontbreekt de sector aan organisaties met diepgaande kennis van zowel fotografie als archiefbeheer om deze leegte te vullen.
Twee pilootprojecten
FOMU is partner van twee pilootprojecten rond de nalatenschappen van twee Belgische fotografen: Marie-Françoise Plissart (°1954) en Julien Coulommier (1922-2014). Van beide fotografen heeft FOMU ook werk in de collectie. Met deze projecten grijpt FOMU de kans om te onderzoeken wat een werkbare methodologie kan zijn voor fotografen en erfgenamen om hun eigen fotoarchief te beheren. Welke stappen doorloop je als fotograaf als je start met de ordening van je archief? Wat zijn mogelijke pijnpunten het archiveringsproces?
De moeilijkheden kunnen gaan van chaos in sommige delen, over enorme aantallen of kwetsbare objecten, tot schadegevallen. Wat is nodig om het archief overzichtelijk te maken met het oog op een toegankelijke ontsluiting? Elk project start vanuit een grondige conditie-assessment en wordt vervolgens afgestemd op de specifieke kenmerken per nalatenschap. Een jaar lang werkt FOMU samen met de fotograaf Marie-Françoise Plissart enerzijds en de erfgenamen van Julien Coulommier anderzijds om te zorgen dat zij zelfredzaam kunnen omspringen met hun archieven.
Project 1: nalatenschap Marie-Françoise Plissart
Marie-Françoise Plissart is een fotograaf die woont en werkt in Brussel, bekend van onder andere fotoromans zoals Droit de regards en Fugues, architectuurfotografie in Brussel, en documentaires in Congo.
Het project rond het archief van Plissart richt zich op het veiligstellen van de enorme hoeveelheid digitale bestanden – meer dan 60 terabyte op zo’n 40 harde schijven: dat gebeurt via een nieuwe NAS-computer dat het digitale archief bundelt met RAID-systeem, een technologie die zorgt voor een veiligere opslag van gegevens op meerdere harde schijven tegelijk. Plissarts werk werd digitaal toegankelijk gemaakt via een Wikibase-platform, zoals FOMU eerder ontwikkelde voor het Gevaert-papierproject.
De Wikibase vervult een dubbele rol: het kan fungeren als inventaris bij het digitale archief en het stelt gebruikers in staat om op een flexibele, doorzoekbare manier het oeuvre van Plissart te verkennen. De aanwezigheid van Plissart in het project zorgt ervoor dat er uit een primaire bron informatie wordt vastgelegd die anders verloren zou gaan. De fotograaf selecteert wat de sleutelwerken zijn in haar oeuvre en kan haar stempel drukken op de toegang tot haar archief.
Project 2: nalatenschap Julien Coulommier
Het archief van Julien Coulommier bevindt zich in de woonsten van zijn twee kinderen, Jan en Tarri Coulommier. Julien Coulommier was een fotograaf die veel betekend heeft voor de subjectieve fotografie. Hij werkte samen en correspondeerde met andere kunstenaars zoals Marcel Broodthaers en Otto Steinert. In dit archiefproject ligt de nadruk van de conservatie op de analoge film en prints, omdat deze kwetsbare objecten onvoldoende verpakt waren. Ze krijgen nieuwe zuurvrije verpakkingen en worden geregistreerd.
De bijna duizend filmbladen in het archief worden via de contactvelmethode gedigitaliseerd om de filmnegatieven en -positieven toegankelijk te maken. Dit is een techniek die toelaat om negatieven per filmblad te digitaliseren door de filmhoezen heen in plaats van elke strook apart.
De inventaris maakt het fotografisch materiaal in het archief beter doorzoekbaar. Ook andere archiefobjecten, zoals notitieboekjes, agenda’s en andere documentatie zijn vindbaar via hun basisregistratie. De inventaris is raadpleegbaar op Archiefpunt.
Samenwerking en kennisdeling
Beide pilootprojecten zijn belangrijke stappen in het ontwikkelen van zelfredzame en duurzame oplossingen voor fotografisch erfgoed. Hoewel FOMU zelf geen archieven meer opneemt, biedt de ervaring bij het begeleiden van de fotograaf en erfgenamen een praktisch inzicht over de tools en kennis die nog nodig zijn binnen de sector.
CKV, Centrum Kunstarchieven Vlaanderen, is een organisatie die ondersteuning biedt bij de zorg voor beeldende kunstarchieven en nalatenschappen in openbaar en privaat beheer. FOMU en CKV bekijken hoe een handleiding op TRACKS fotografen en andere archiefvormers kan helpen bij het bewaren van fotografische kunstenaarsarchieven. Het doel is dat fotografen en erfgoedbeheerders leren hoe ze zelf zorg kunnen dragen voor hun archieven, terwijl andere instellingen in de sector hopelijk stappen ondernemen om een stabiele rol in het beheer van (fotografische) nalatenschappen te vervullen. Het borgen van fotoarchieven is arbeidsintensief, maar elke stap die particulieren zelf kunnen nemen is waardevol voor het ordenen en voortbestaan van een archief.